Een financieel voordeel: zo belast u het correct - Your-Best-Home.net

Een geldelijke uitkering is een extra bijdrage van de werkgever aan de werknemer. Het kan oplopen tot enkele duizenden euro's per jaar en een deel ervan is zelfs belastingvrij. Lees hier welke diensten de werkgever kan aanbieden en hoe deze belastbaar zijn.

De inhoud van het artikel in het kort

  • Voordelen in natura kunnen een goed alternatief zijn voor opslag. Ze moeten echter correct worden belast.
  • Er zijn verschillende limieten voor belastingvrijstelling van toepassing.
  • Sommige voordelen in natura zijn altijd belastingvrij.
  • Er zijn twee alternatieven voor belastingheffing voor bedrijfswagens, waartussen de werknemer vrij kan kiezen. Hij hoeft bijzonder weinig belastingen te betalen als de bedrijfswagen een elektrische of hybride wagen is.

Wat is een financieel voordeel?

Een geldelijke uitkering vloeit voort uit een prestatie van de werkgever aan de werknemer, die hij naast het salaris aanbiedt. Deze uitkering wordt niet in contanten betaald. Het is veeleer een voordeel in natura of een bijzondere sociale uitkering. Bij deze (materiële) voordelen bestaat de geldelijke uitkering uit het bedrag dat de werknemer zou moeten betalen als hij de dienst zelf zou willen financieren. Het feit dat dit hem door de werkgever wordt gegeven, geeft hem een ​​voordeel dat in geld kan worden gemeten.
Een geldelijke uitkering telt als inkomen volgens § 8, paragraaf 1 Wet inkomstenbelasting (EStG) en moet dienovereenkomstig worden belast. Voorbeelden van diensten die een financieel voordeel opleveren, zijn:

  • Bedrijfswagen
  • Personeelskortingen
  • Coupons
  • Cadeaus
  • Kleuterschooltoelage
  • Gezondheidsbevordering
  • Ondersteun betalingen

Er is ook een geldelijke uitkering van werkgeverssubsidies voor kinderopvang.

Hoe wordt een geldelijk voordeel belast?

Het geldelijke voordeel moet worden belast in het werkelijke bedrag. Hiervoor wordt het overeenkomstige bedrag verrekend met het inkomen van de werknemer, waaruit dan belasting en sociale premies worden betaald. De werkgever kan het geldelijke voordeel echter ook forfaitair voor de werknemer belasten.

Forfaitaire belastingheffing door de werkgever

De werkgever kan een geldelijke uitkering heffen volgens § 37b EStG met een vast tarief van 30 procent loonbelasting plus solidariteitstoeslag en kerkbelasting. Dit is echter alleen mogelijk als de voordelen in natura aan een werknemer binnen een boekjaar niet meer bedragen dan 10.000 EUR. Het is ook uitgesloten als een eenmalige inbreng in natura meer dan 10.000 euro bedraagt.

Welke verstrekkingen zijn belastingvrij?

Niet alle aanvullende prestaties van de werkgever hoeven te worden belast. Een groot aantal van hen is belasting- en socialezekerheidsvrij. Dit betekent dat beloning in natura, die leidt tot een geldelijke uitkering, een goed alternatief kan zijn voor een loonsverhoging: de werkgever hoeft, net als de werknemer, geen belasting of sociale bijdragen over de uitkering te betalen als bepaalde vrijstellingslimieten worden nageleefd.

Wat zijn de vrijstellingslimieten voor verstrekkingen?

Er zijn verschillende vrijstellingslimieten van toepassing, afhankelijk van het soort voordeel in natura dat de werkgever zou willen aanbieden. Als de geldelijke uitkering dit belastingvrije bedrag per maand of jaar niet overschrijdt, hoeft de werknemer over de ontvangen uitkering geen belasting of sociale zekerheidsbijdragen te betalen.

  • Grens van 44 euro
    Als de werkgever per werknemer maandelijks een voordeel in natura betaalt met een maximum van 44 euro, is dit voordeel van alle aard belastingvrij. Men spreekt hier van de "kleine korting". Deze maandelijkse donatie kan bijvoorbeeld een brandstof- of winkelbon zijn. Het is belangrijk dat dit tegoedbonbedrag niet contant kan worden uitbetaald. Als de maandelijkse vergoeding wordt overschreden, moet het hele bedrag worden belast.
  • 60 euro limiet
    Als er een persoonlijke reden is voor een schenking van de werkgever aan de werknemer, dan is de vrijstellingslimiet 60 euro per maand. Zo'n gelegenheid kan bijvoorbeeld een dienstjubileum, een verjaardag, huwelijk of de geboorte van een kind zijn.

Een geldelijke uitkering in de vorm van een verjaardagscadeau is zelfs belastingvrij tot 60 euro.

  • 600 euro te beperken
    Een limiet vrijstelling van 600 euro van toepassing als de werkgever aanbiedingen maatregelen voor de gezondheid in het bedrijf te bevorderen in aanvulling op het salaris. Dit kan zowel een backschool zijn als een yogales of relaxatietraining. Als zijn schenking in natura deze limiet overschrijdt, hoeft alleen het verschil te worden belast. De limiet van 600 euro geldt ook voor de zogenaamde ondersteuningsvergoedingen in bijzondere gevallen. Als de werkgever bijvoorbeeld een ondersteuningsbedrag uitkeert vanwege een overlijden of een bevalling, dan is dat tot 600 euro belastingvrij. Hiervoor hoeven evenmin sociale bijdragen te worden betaald.
  • Limiet van 1.080 euro
    Er is een jaarlijkse belastingvrijstelling van 1.080 euro voor bonusmijlen die op zakenreizen worden gespaard en voor personeelskortingen. Deze vergoeding wordt ook wel de “kortingsvergoeding” genoemd. Bij personeelskortingen is het van belang dat de korting alleen geldt voor producten of diensten die door de werkgever worden aangeboden. Als de jaarlijkse vrijstellingsgrens wordt overschreden, hoeft alleen het verschil te worden belast.
  • Grens van 2.600 euro
    Als de werkgever een lening verstrekt aan een werknemer zonder rente of tegen een verlaagd tarief, is deze lening belastingvrij als het geleende bedrag niet hoger is dan 2.600 euro.
  • Onbeperkte belastingvrije voordelen in natura
    Sommige geldelijke voordelen zijn altijd belastingvrij, ongeacht het bedrag. Dit is inclusief opleidings- of verhuiskosten voor rekening van de werkgever. Kinderopvangtoeslagen zijn ook belastingvrij als het kind in kwestie nog niet leerplichtig is. Daarnaast kan de werkgever bijvoorbeeld naast het salaris ook een jobticket aanbieden zonder dat de werknemer belasting of sociale bijdragen hoeft te betalen.

Geldelijk voordeel: hoe wordt de auto van de zaak belast?

Als de werkgever een auto van de zaak ter beschikking stelt en deze auto kan ook privé gebruikt worden, levert dat een geldelijk voordeel op. Dit moet worden belast. Met een auto van de zaak kunt u dit op twee manieren doen:

  1. Regel van één procent
  2. Houd een logboek bij

De werknemer kan vrij kiezen welke van deze mogelijkheden hij gebruikt. Hij kan ook met de ene methode beginnen en na een jaar overstappen op de andere. Een wijziging van de belastingheffing is ook mogelijk als het voertuig vóór het einde van het jaar door een ander wordt vervangen.
Als u vooraf correct rekent of later een zinvolle vergelijking maakt, kunt u mogelijk belastingpremies besparen.

Een auto van de zaak kan een geldelijk voordeel opleveren. Dit moet dienovereenkomstig worden belast.

Bedrijfsauto's worden belast met de één procent-regel

Met de één procent-regel wordt het geldelijke voordeel van de bedrijfswagen forfaitair belast. De mogelijkheid hiervoor vloeit voort uit § 6, eerste lid, punt 4, zin 2: "Het privégebruik van een motorrijtuig dat voor meer dan 50 procent wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden, wordt vastgesteld op 1 procent van de binnenlandse catalogusprijs (…) voor elke kalendermaand. "De maatstaf van heffing is afhankelijk van twee factoren:

  1. de bruto binnenlandse catalogusprijs van de auto op het moment van eerste inschrijving en
  2. de afstand afgelegd met de auto naar het werk.

In eerste instantie wordt één procent van de bruto catalogusprijs als bijtelling bij het maandsalaris opgeteld. Daarbij komt nog 0,03 procent van de catalogusprijs voor elke af te leggen kilometer tussen huis en werkplek. Dit bedrag wordt ook als extra inkomen beschouwd en moet worden belast. Er zijn ook sociale bijdragen.
Hoe hoger de aanschafprijs van de auto en hoe langer de af te leggen afstand, hoe groter het geldelijke voordeel voor de werknemer.
Voorbeeld:Mevrouw Knopf krijgt van haar werkgever een auto van de zaak met een bruto catalogusprijs van 40.000 euro. Ze kan dit ook privé gebruiken. Mevrouw Knopf rijdt 20 kilometer van huis naar haar werk. Voor u resulteert deze berekening in de berekening van het geldelijk voordeel:
40.000 euro * 0,01 = 400 euro.
De 400 euro komt overeen met één procent van de nieuwprijs.
40.000 euro * 0.0003 * 20 kilometer = 240 euro
Volgens de factuur worden de afgelegde kilometers vastgesteld op een bedrag van 240 euro per maand, waarover belastingen en sociale bijdragen moeten worden betaald.
In ons voorbeeld zou mevrouw Knopf in totaal 640 euro per maand extra belasting moeten betalen en daarover sociale bijdragen betalen.
Belangrijk:Als de auto van de zaak alleen de route van huis naar werk en terug rijdt, is er geen geldelijk voordeel. Voor privégebruik hoeven geen belastingen of sociale bijdragen te worden betaald. De Federale Financiële Rechtbank (BFH) oordeelde dat: De verplaatsingen naar het werk deel uitmaken van de zogenaamde werksfeer. (BFH, arrest van 6 oktober 2011, Az. VI R 56/10).

Een geldelijke uitkering ontstaat alleen als u de auto van de zaak ook privé mag gebruiken.

Bedrijfsauto's worden belast met het logboek

Als alternatief voor de één procentregel kan het geldelijke voordeel dat voortvloeit uit een bedrijfswagen ook worden belast met behulp van een bestuurderslogboek (artikel 6, alinea 1, punt 4, zin 3 EStG). Er wordt bijgehouden welke ritten met de auto zakelijk en privé waren. Een geldelijk voordeel ontstaat alleen voor de kosten die voortvloeien uit het privégebruik, zodat alleen voor het overeenkomstige gebruik van de auto belastingen en premies betaald hoeven te worden.
Voorbeeld: meneer Sonne heeft in het jaar 20.000 kilometer afgelegd in zijn bedrijfswagen. Uit zijn gegevens in het logboek blijkt dat er 2.300 kilometer privé is veroorzaakt. De jaarlijkse onkosten voor de auto van de zaak bedragen 6.000 euro. De kosten per kilometer bedragen dus 30 cent (6.000 euro / 20.000 kilometer).
Dit is inclusief 690 euro (30 cent * 2.300 kilometer) voor privégebruik. De heer Sonne moet dus over 690 euro belasting betalen als geldelijk voordeel.

Een financieel voordeel voor e-auto's en hybride voertuigen

Is de auto van de zaak een elektrische auto of een plug-in hybride, dan geniet de werknemer een fiscaal voordeel. Dit voordeel is van toepassing als het voertuig is of wordt gekocht of geleasd tussen 1 januari 2019 en 31 december 2030.
In overeenstemming met artikel 6, alinea 1, nummer 4, clausule 2, nummer 2, hoeft dan slechts de helft van de catalogusprijs te worden toegepast voor de belasting van het geldelijk voordeel. Soms wordt ook de 0,5 procent-regel gehanteerd, omdat slechts 0,5 procent van de catalogusprijs hoeft te worden toegepast. Wiskundig gezien is het resultaat hetzelfde.
Als de auto van de zaak geen kooldioxide uitstoot, geldt vanaf 2020 een nog groter belastingvoordeel: als de catalogusprijs van de auto niet meer dan 60.000 euro bedraagt, hoeft slechts een kwart procent (0,25) van de catalogusprijs te worden gebruikt om het geldelijk voordeel te berekenen.

Aankoopdatum

1.1.20-31.12.30

1.1.19-31.12.21

1.1.22-31.12.24

1.1.25-31.12.30

Verontreinigende
emissies

0 g CO2 / km

50 g CO2 / km

50 g CO2 / km

50 g CO2 / km

Bereik

--- (catalogusprijs
echter
maximaal
60.000 euro)

40 km

60 km

80 km

assessment
basis

0,25 procent van
de catalogusprijs

0,5 procent van
de catalogusprijs

0,5 procent van
de catalogusprijs

0,5 procent van
de catalogusprijs

Wettelijke
basis

Sectie 6, alinea 1,
nr. 4, zin 2, nr. 3
en zin 3, nr. 3 EStG

Sectie 6, alinea 1,
nr. 4, zin 2, nr. 2
en zin 3, nr. 2 EStG

Sectie 6, alinea 1,
nr. 4, zin 2, nr. 4
en zin 3, nr. 4 EStG

Sectie 6, alinea 1,
nr. 4, zin 2, nr. 5
en zin 3, nr. 5 EStG

Als de werknemer het elektrisch aangedreven voertuig op de juiste manier wil belasten door een logboek bij te houden, profiteert hij ook van belastingvoordelen. Bij de berekening van de jaarlijkse kosten van het voertuig worden de leasetermijnen en afschrijvingen gehalveerd. Als de e-auto niet meer dan 60.000 euro heeft gekost om aan te schaffen, worden deze kosten zelfs in vieren gedeeld voor de aanslaggrondslag.
Goed om te weten: Als de werknemer zijn privé- en zakelijke elektrische of hybride auto in het bedrijf oplaadt, hoeft hij geen belastingen of sociale bijdragen te betalen in overeenstemming met sectie 3, nr. 46 EStG.

Interessante artikelen...