Bevestig dampscherm of dampscherm correct - Your-Best-Home.net

De dampremmende laag of dampremmende laag is bedoeld om gebouwen te beschermen tegen het binnendringen van vocht. Voor een optimale functionaliteit moet u de twee bouwmaterialen zeer zorgvuldig en correct bevestigen.

Dampvertragers of dampschermen bestaan ​​uit een film die ondoordringbaar is voor waterdamp en dienen als beschermende afdekking voor de muur- of dakisolatie. Een verkeerd aangebrachte dampremmende of dampremmende laag is echter vaak de reden voor grote vochtschade. U dient daarom zeer voorzichtig te zijn bij het plaatsen, zodat de aluminium of polyethyleen folie er voor kan zorgen dat er geen vocht in het isolatiemateriaal van het gebouw kan binnendringen.
De twee termen dampscherm en dampscherm worden vaak als synoniemen gebruikt. Dit is echter niet helemaal waar. Hoewel de twee bouwmaterialen vergelijkbare taken uitvoeren, verschillen ze qua effect en structuur.

Verschil tussen dampscherm en dampscherm

Het belangrijkste verschil tussen de dampscherm en dampscherm is de diffusieweerstand. Deze waarde geeft de mate van weerstand van een bouwmateriaal tegen de verspreiding van waterdamp aan en wordt in de bouwfysica gemeten als een zogenaamde sd-waarde volgens de norm DIN 4108. Bij een dampscherm is deze sd-waarde beduidend lager.
Dampschermen hebben een sd-waarde van minimaal 1.500 meter en worden daarom als diffusiedicht of waterondoorlatend beschouwd. Aangenomen mag dus worden dat deze methode een gebouw beter beschermt tegen vocht dan een dampremmende laag. Het is echter vaak zo dat de dampschermfolie in veel gevallen de oorzaak is van ernstige vochtschade. Want als een dampscherm niet 100 procent dicht is, kan schimmelvorming, warmteverlies of een vermindering van de isolatiefunctie optreden.
Echter, problematische gebieden zoals aansluitingen op ramen, leidingen of stopcontacten leiden vaak tot slecht vakmanschap. Een andere fout is dat de mogelijk perfect bevestigde dampremmende laag werd geïnstalleerd toen deze vochtig was en nu voorkomt dat het water in de componenten ontsnapt.
Aangezien deze constructiefouten relatief vaak voorkomen, zien veel gebouweigenaren af ​​van dampschermen en installeren in plaats daarvan dampschermen. Deze hebben een sd-waarde van minimaal twee tot maximaal 1.500 meter.

Redenen voor dampschermen of dampvertragers

Warme en vochtige lucht in huis wordt veroorzaakt door veel verschillende activiteiten. Bijvoorbeeld tijdens het koken, baden, douchen of gewoon ademen. Zonder dampremmende of dampremmende laag ontsnapt deze vochtige lucht nu via de muur naar buiten. Dit kan leiden tot vorming van condens, schimmel of andere vochtschade in de bouwconstructie. Om deze vochtige luchtstromen te beteugelen, moet u dampschermfolies of dampschermfolies aanbrengen.
Deze diffusieremmende of remmende folies zijn vooral belangrijk bij het verlengen van daken of bij het bouwen van houten of geprefabriceerde huizen. Bij massieve huizen van muren of beton kan het klimaatmembraan achterwege blijven. Als de isolatielaag bijzonder dik en effectief is gekozen, kan er geen condensatie ontstaan ​​op het buitenoppervlak van de muur onder de isolatielaag.

Bevestig dampscherm

Om uw gebouw tegen vochtschade te beschermen, dient u de dampremmende laag zorgvuldig te bevestigen. Lees hier hoe u dit doet:

1. Selecteer materialen en gereedschappen

Voor een succesvolle installatie heeft u speciale dampremmende kleefstof en dampremmende kleefband nodig. Er moet altijd een zelfklevende verbindingstape beschikbaar zijn om de strips te verbinden. Met deze materialen moet u niet opslaan, maar let op de aanbevelingen van de fabrikanten.

2. Leg de dampschermfolie

In principe moet u de dampremmende laag altijd naar binnen gericht bevestigen. Om gevolgschade te voorkomen, is bijzondere aandacht vereist voor de folienaden en de verbindingsdelen op ramen en stopcontacten.
De dampschermfolie kan het beste direct boven de spanten worden gelegd. Om dit te doen, hecht je de film aan de dakspant op een afstand van tussen de tien en twaalf centimeter en een diepte van minstens acht millimeter. U kunt de dampremmende folie alleen op een stevige ondergrond plakken, omdat alleen deze bestand zijn tegen de druk die nodig is om erop te worden gedrukt.

De dampschermfolie kan het beste direct boven de spanten worden gelegd.

3. Bewaar supernatant

Bij de muuraansluiting dient u een uitsteeklengte van minimaal 15 centimeter aan te houden zodat er geen vocht door de spleet kan komen.

De dampremmende laag overlapt bij de muuraansluiting.

4. Dicht de dampschermfolies tegen elkaar af

Nu u de afzonderlijke stroken overlappend op de spanten heeft geniet, moet u deze dampdicht tegen elkaar afplakken. Gebruik hiervoor nu de dampremmende tape. Deze plaatst u op de spant en lijmt deze over de zijrand van de tweede dampremmende folie, idealiter ook over de nietjes. Dan wordt het hele ding echt krap!

Gebruik de dampremmende tape om de afzonderlijke folies tegen elkaar af te dichten.

5. Doorbraken en verbindingspunten

Met behulp van de dampremmende tape of de dampschermlijm kunt u openingen en aansluitpunten fixeren en afdichten. Een installatieniveau tussen de dampremmende folie en de binnenbekleding wordt aanbevolen om te voorkomen dat de dampremmende laag vaak wordt doorboord. Omdat elke opening voor stopcontacten of andere componenten ertoe kan leiden dat er vocht in de isolatie komt.

6. Tref voorzorgsmaatregelen bij uitzettingsplooien

Als de dampremmende laag is aangesloten op meer dan één component, kunnen temperatuurveranderingen ervoor zorgen dat de componenten anders uitzetten. Slechts enkele millimeters kunnen ervoor zorgen dat de dampremmende laag scheurt. De beste manier om dit te voorkomen, is met rekbare rimpels. Om dit te doen, moet de dampschermfolie simpelweg niet te strak worden aangetrokken, zodat deze spanningsvrij is. Nog beter is het om de folies een beetje tegen elkaar te drukken zodat er een kleine vouw kan ontstaan.

7. Bevestig tengellatten

Om de dampremmende laag optimaal af te sluiten worden er tengellatten aangebracht. Dit vormt een afstandshouder tussen de binnenwand van de ruimte en de dampremmende laag en zorgt voor voldoende luchtcirculatie. Eindelijk kan nu de binnenwand op de tengellatten worden gemonteerd.

Controleer de dichtheid van de dampremmende laag of dampscherm

Indien u reeds een dampremmende of dampremmende laag heeft aangebracht, kunt u de dichtheid van de folie tegen vocht controleren met een zogenaamde blower door-test. Een meettechnicus klemt een ventilator in het frame van uw voordeur en sluit deze af met een folie. De ventilator zorgt voor een onderdruk en zuigt de lucht de woning in. Vervolgens wordt de door de ventilator afgezogen lucht gemeten. Als de ventilator veel heeft moeten stofzuigen, zijn er lekken.
Naast de blower door-test worden nu warmtebeelden gemaakt met een infraroodcamera om te achterhalen waar de lekkende gaten of beschadigingen zitten. Als alternatief kunt u ook een rookmachine gebruiken. Wanneer de rook een lek nadert, is er duidelijk meer luchtbeweging.

Interessante artikelen...