Of u nu fabrikantenbrochures vergelijkt of met architecten en vakmensen praat: het is zinvol om vertrouwd te raken met het technische jargon. Een typische indeling van de geveltypes vindt plaats in
- Warme gevels (enkelschalige buitenmuren) en
- Koude gevels (meerlaagse buitenmuren)
De gevel van het huis is een belangrijke energetische factor © Marcus Kretschmar, fotolia.com
Warme gevels
Warme gevels zijn enkelschalige buitenmuren , waarbij de schil uit één of meerdere materialen kan bestaan. De warme gevel krijgt zowel bescherming tegen weersinvloeden als thermische isolatie.
Schematische weergave van 
enkelschalige warme gevel van thermische gevel met enkele schil met composietsysteem voor thermische isolatie (ETICS)
Typische warme gevels zijn solide constructiemethoden van metselwerk, natuur- of kunststeen en beton. Als thermische isolatielagen deel uitmaken van de constructie, worden deze direct op de dragende muur bevestigd - zoals het geval is bij thermische isolatiecomposietsystemen (ETICS).
Koude gevels
Als de warmte-isolerende laag door een luchtlaag van de weerbestendige laag wordt gescheiden, wordt de meerlagige buitenmuur een "koude gevel" genoemd.
Opbouw van de dubbele koude gevel
Voordeel : De luchtlaag zorgt voor …
- dat de warmte-isolerende binnenlaag beter kan drogen als er water binnendringt.
- dat bij sterk zonlicht vooral de gevel opwarmt, niet de thermische isolatielaag (thermische scheiding)
Is "gevel" eigenlijk synoniem met "buitenmuur"?
Strikt genomen niet. Omdat gevels per definitie geen dragende functie hebben, maar slechts dienen om de ruimte af te sluiten. Aangezien de functies "dragen" en "omhulsel" echter met elkaar verbonden zijn in een materiële unie in een traditionele solide constructie, worden de twee termen in de dagelijkse taal niet correct van elkaar gescheiden.
Sinds de ontwikkeling van skeletwandconstructies is het mogelijk gevels als constructief element qua constructie en functie los te koppelen van de draagconstructie - maar voor leken is dit visueel niet herkenbaar, aangezien beide functies doorgaans nog op hetzelfde niveau liggen. De bekendste Europese voorbeelden van dit type constructie zijn het vakwerkhuis en het paal- en balkenhuis.
De volledig zelfstandige gevel wordt bijvoorbeeld duidelijker bij moderne volledig glazen kantoorgebouwen, omdat de ruimtebegrenzende functie (glazen gevel) vaak verschoven is ten opzichte van de draagconstructie - dus voor of achter de stalen liggers.
Bij de particuliere woningbouw worden echter vooral solide bouwmethoden en houtskeletbouw gebruikt - daar zullen we ons daarom op concentreren.
Conclusie: Wanneer we spreken van een “gevel” is het vaak een dragende gevel in de zin van de bouwnorm, die alleen de gevelfunctie overneemt. Maar zo specifiek willen we in onze artikelen niet zijn - zelfs gangbare technische termen als "koude gevel" voldoen immers niet aan de bouwnormen. Houd het verschil alleen in gedachten wanneer u vakliteratuur leest of op internet zoekt.
