Zorgniveau 0: behoefte, service & innovatie - Your-Best-Home.net

In de context van demografische veranderingen gaat de zorg gepaard met grote uitdagingen. Het vroegere zorgniveau 0 vormde het laagste zorgniveau tot de hervorming van het zorgniveau op 1 januari 2017, gericht op begeleiding en zorg. Hier leest u alles over de voorwaarden, de voordelen en de overgang naar het huidige zorgniveau.

Wat is zorgniveau 0?

Het zogenaamde zorgniveau 0 is geen officieel zorgniveau of officieel zorgniveau. De term werd alleen gebruikt als slangterm in het kader van de Wet langdurige zorgverzekering (Wetboek Sociale Zekerheid XI). Dit zorgniveau is oorspronkelijk opgezet om mensen die aantoonbaar last hebben van beperkte dagelijkse vaardigheden, die slechts minimale zorg nodig hebben, adequaat te ondersteunen.
Dit laatste heeft vooral betrekking op een laag niveau van lichamelijke zorg. Dit zorgniveau had dan ook voornamelijk betrekking op zorg en toezicht en in mindere mate op medische zorg.
Let op: De eerdere zorgniveaus zijn gewijzigd op 1 januari 2017. Dit geldt ook voor de voorheen niet-officiële zorgniveau 0. Hier vindt u onze artikelen over zorgniveau 1, zorgniveau 2, zorgniveau 3, zorgniveau 4 en zorgniveau 5.

De belangrijkste informatie over de overgang naar de nieuwe zorgniveaus

  • Op 1 januari 2017 is een nieuw systeem voor het beoordelen van zorgbehoevenden ingevoerd,
    dat het oude systeem volledig heeft vervangen. Nieuw is de indeling in vijf zorgniveaus.
  • De indeling is gebaseerd op de mate van hulpbehoefte en afhankelijkheid. Hoe hoger
    de zorgbehoefte, hoe hoger het zorgniveau.
  • Zorgniveau 0 is op 1 januari 2017 automatisch overgezet naar zorgniveau 2. Iedereen die eerder
    zorgniveau 0 had gehad, kreeg automatisch zorgniveau 2. Een nieuwe controle op de zorgbehoefte
    vond niet plaats.

Voor wie gold het oude zorgniveau 0?

Het onofficiële zorgniveau gold voor alle personen voor wie de experts van de Medische Dienst van de Ziekenfondsen (MDK) een diagnose konden stellen van beperkte alledaagse vaardigheden. In de regel classificeerden de zorgverzekeraars mensen met de ziekte van Alzheimer, dementie, ouderdomsverwarring, trisomie 21 (syndroom van Down) en ernstige verstandelijke beperking, zwakzinnigheid en oligofrenie (in de volksmond matige tot ernstige dementie) in zorgniveau 0. Om de noodzaak van deze classificatie te bepalen, is een test uitgevoerd op basis van 13 testcriteria voor "aanzienlijke beperking van alledaagse vaardigheden".

Ook mensen met trisomie 21 vielen in zorgniveau 0, vandaag zorgniveau 2.

13 centrale toetscriteria voor zorgniveau 0

Om recht te hebben op uitkeringen in het kader van het genoemde zorgniveau, moesten getroffenen ten minste één afwijking van criterium 1 tot en met 9 vertonen. Bovendien zou deze afwijking waarschijnlijk gedurende een periode van minstens zes maanden hebben bestaan. Bovendien moest aan een van de voorwaarden van 10 tot 13 worden voldaan om de "aanzienlijk beperkte dagelijkse vaardigheden" te bepalen. Om recht te hebben op de maximale uitkering was het ook nodig om een ​​verhoogde zorgbehoefte vast te stellen.

  1. Ongecontroleerd verlaten van de woonruimte: Betrokkene verlaat op ongecontroleerde wijze zijn woonruimte of woonruimte. In de regel dwaalt hij lukraak en vaak gedesoriënteerd rond om 'aan het werk' te gaan of familieleden te zoeken. In veel gevallen dwaalt de betrokken persoon lukraak rond in de woonruimte voordat hij de beslissing neemt om te vertrekken.
  2. Onjuiste omgang met (potentieel) gevaarlijke objecten: Het onjuist omgaan met potentieel gevaarlijke alledaagse objecten is een sterke indicator die als diagnostisch criterium wordt gebruikt, vooral in de context van dementieopsporing. In de praktijk gaat het om het ongecontroleerd consumeren van reeds bedorven voedsel, het opwarmen van voedsel inclusief verpakking in de oven, het starten van de ketel zonder water of het proberen de was in de oven te drogen. Ook onjuist gebruik van medicatie (bijv. Oraal gebruik van zetpillen) valt in deze categorie.
  3. Gevaarlijke situaties veroorzaken en verkeerd inschatten: dit punt is van toepassing wanneer de getroffenen gevaarlijke alledaagse situaties verkeerd inschatten of gevaren oproepen en dus zichzelf en andere mensen in gevaar brengen. Typische voorbeelden zijn het dragen van ongeschikte kleding in de winter of ongecontroleerde inmenging in het wegverkeer door over de weg te lopen.
  4. Contextafhankelijk ongepast gedrag: Onder contextafhankelijk ongepast gedrag wordt bijvoorbeeld verstaan ​​het ongecontroleerd urineren in niet-sanitaire woonruimtes of het vegen van ontlasting. In andere gevallen tonen de getroffenen een sterke drang om te handelen. Dit laatste kan zich zowel uitdrukken door het willekeurig bedienen van objecten als door dwangmatig aan- en uittrekken, inclusief exhibitionistische neigingen. Ook het verplaatsen, verbergen, hamsteren of verzamelen van vreemde voorwerpen zoals kleding, tassen of portemonnees behoort tot het spectrum van contextafhankelijk ongepast gedrag.
  5. Gebrek aan vermogen om de eigen fysieke en mentale behoeften in te zien: wat wordt bedoeld is het gebrek aan bewustzijn van fysieke en mentale behoeften, zoals gebrek aan dorst of honger. Omdat de getroffenen deze gevoelens niet meer voelen, neemt het risico op uitdroging, wat gevaarlijk is voor de gezondheid, toe. In veel gevallen geldt deze verminderde waarneming ook voor de drang om te plassen en te poepen en voor het gevoel van pijn, waardoor blessures niet worden herkend.
  6. Verbaal of fysiek agressief gedrag: dit punt is van toepassing als de getroffenen agressief lijken als gevolg van een situationele verkeerde inschatting. Of de agressiviteit ontstaat door verbale ontsporingen of fysieke aanvallen zoals spugen, bijten, slaan, krabben of duwen speelt ook een rol bij de beoordeling. Ook ongegronde belediging en beschuldiging van andere mensen en het opzettelijk vernielen van eigen en andermans eigendommen vallen onder dit criterium.
  7. Onvermogen om mee te werken aan preventieve of therapeutische maatregelen: mensen die aan dit criterium voldoen, vertonen vaak apathisch gedrag. Dit kan bijvoorbeeld tot uiting komen in het feit dat de betrokkene niet meer uit eigen beweging een plek wil verlaten, niet meer wil deelnemen aan actieve dagelijkse bezigheden of de hele dag in bed blijft.
  8. Verstoord dag-nachtritme: een verstoorde perceptie van het dag- en nachtritme is een veel voorkomend kenmerk dat duidt op een behoefte aan zorg. Als gevolg van het verminderde bewustzijn kunnen getroffenen bijvoorbeeld midden in de nacht een familielid vragen naar het ontbijt of de lunch. Deze verwarring leidt vervolgens tot verder onevenredig gedrag.
  9. Stoornissen van de hersenfuncties leiden tot problemen in het dagelijks leven: mensen die aan dit criterium voldoen, hebben vaak problemen met het omgaan met geld of met duidelijke articulatie. Door de verslechterende hersenprestaties hebben de meeste getroffenen moeite met herinneren, wat betekent dat ze zich niet aan afspraken en afspraken houden. Ook wordt het steeds moeilijker om mensen te herkennen die echt bekend zijn, zoals kinderen of vrienden.
  10. Problemen bij het structureren en plannen van de eigen dagelijkse routine: Kenmerkend voor dit criterium in het kader van het onderzoek voor zorgniveau 0 is dat de betrokkene bijvoorbeeld niet meer regelmatig voor adequate persoonlijke hygiëne kan zorgen. Door een extra beperking van de fysieke mobiliteit en een afname van de mentale prestatie zijn er verdere beperkingen op de dagelijkse routine. In ernstige gevallen lijdt zelfs regelmatige voedselinname.
  11. Het niet herkennen van alledaagse situaties: de getroffenen zien bijvoorbeeld een bedreiging in alledaagse situaties. Het is niet ongebruikelijk dat ze lijden aan waanvoorstellingen van vervolging en vergiftiging. Dienovereenkomstig weigeren ze bepaald voedsel te eten of beschuldigen ze mensen ervan dat ze tegen hen samenzweren. De getroffenen voelen zich vaak bedreigd door mensen op tv of door hun eigen spiegelbeeld in de spiegel.
  12. Moedeloosheid, hulpeloosheid of hopeloosheid als gevolg van therapieresistente depressie: de getroffenen lijden het grootste deel van de dag aan negatieve emotionele gevoelens, die zich manifesteren als neerslachtigheid, hulpeloosheid en hopeloosheid. Dit leidt vaak tot aanhoudende depressie.
  13. Zeer onstabiel of ongecontroleerd emotioneel gedrag: merkbare en onbegrijpelijke gedragsfluctuaties zijn aan de orde van de dag voor de getroffenen. Vaak fluctueert het gedrag van de getroffenen binnen een zeer korte tijd tussen "hemels juichen" en "verdrietig tot de dood".

Zorgniveau 0 is de categorie voor zorgdiensten voor mensen met verminderde alledaagse vaardigheden, bijvoorbeeld met dementie.

Voorbeeld: zorgbehoefte volgens zorgniveau 0
Een typisch voorbeeld van een persoon die recht had op een uitkering onder zorgniveau 0
toonde een minimaal zorgniveau onder dat van zorgniveau 1. Dit
gold bijvoorbeeld voor getroffenen wier dagelijkse behoefte aan hulp bij lichaamsbeweging, voeding en het huishouden minder dan 45
minuten bedroeg .

Wat was het recht op een uitkering binnen zorgniveau 0?

Het doel van zorgniveau 0 was om extra opvang te bieden aan mantelzorgers. Het moet ook mogelijkheden creëren om te profiteren van activerende zorgaanbiedingen. Met zorgniveau 0 was het mogelijk om zowel zorgtoeslag als zorgtoeslag in natura aan te vragen.
De maandelijkse zorgtoeslag was 123 euro als de betrokkene werd verzorgd door familie of vrienden. Als alternatief bestond er bij professionele zorg door een verpleegkundige dienst recht op verzorgingsuitkeringen van 231 euro per maand.
Bovendien hadden de getroffenen met “aanzienlijk verminderde alledaagse vaardigheden” op zorgniveau 0 recht op zorg en hulpverlening. Deze beurs bedroeg standaard 104 euro per maand. Als experts konden bevestigen dat er meer toezicht nodig was, verdubbelde de subsidie ​​tot 208 euro.
Wist al? Als het volledige bedrag van de zorgtoeslag in natura van 231 euro niet was opgebruikt, konden getroffenen tot 40 procent van het bedrag gebruiken voor zorg en opvang.

Een overzicht van de vergoedingen op zorgniveau 0

  • Zorgtoeslag als uitkering
  • Dag- en nachtverzorging
  • Korte termijn zorg
  • Verpleeghulpmiddelen (bijv. Visuele hulpmiddelen, rollators, incontinentiehulpmiddelen, alarmnummer, etc.)
  • Conversies (maatregelen ter verbetering van de leefomgeving, inclusief recht op subsidies
    tot 4.000 euro)
  • Zorgdiensten door erkende zorgdiensten (bijv. Thuiszorg)
  • Preventiezorg
  • Organisatorische hulp (bijv. Aanvragen voor ziektekostenverzekering of hulp bij bankieren)
  • Dagelijkse hulp (bijvoorbeeld boodschappen doen, hulp bij het winkelen of een bezoek aan de dokter)
  • Huishoudelijke hulp (bijv. Schoonmaken, kleding wassen, etc.)
  • laagdrempelige diensten volgens de staatswet (bijv. muziektherapie, ergotherapie,
    wandelingen)

De zorgdiensten binnen zorgniveau 0 richten zich met name op de zorg en begeleiding van mensen die zorg nodig hebben.

Info: De diensten onder zorgniveau 0 hoefden niet permanent te worden gebruikt. Het was mogelijk de uitkeringsrechten in het daaropvolgende kalenderjaar over te nemen.

Kortdurende zorg op zorgniveau 0

Als het zorgniveau 0 was, zou ook kortdurende zorg door de zorgverzekering kunnen worden vergoed. Dit was mogelijk na een verblijf in het ziekenhuis, als professionele zorg nog nodig was. De kortdurende zorg werd gesubsidieerd over een periode van maximaal 28 dagen met een maximum van 1.612 euro per jaar.
Dit aanbod gold zowel voor zorg in kortdurende voorzieningen als in verpleeghuizen. Op voorwaarde dat binnen 12 maanden geen aanspraak werd gemaakt op preventieve zorg, verdubbelde de uitkering. Hierdoor was het mogelijk om een ​​beurs van 3.224 euro te krijgen voor maximaal 56 dagen kortdurende zorg.

Preventieve zorg op zorgniveau 0

Preventieve zorg is een uitkering van een verzekering voor langdurige zorg in overeenstemming met artikel 39 van Boek XI van het Sociaal Wetboek. Dit treedt op als zorgbehoevende mensen thuis worden verzorgd en de mantelzorger tijdelijk niet in staat is de zorg te verzorgen en vervangende zorg gedurende een bepaalde tijd nodig heeft.
Het vastgestelde zorgniveau 0 voorzag in de vergoeding van kosten voor preventieve zorg tot 28 dagen of tot 1.612 euro. Onlangs werd een subsidie ​​van maximaal 2.418 euro per jaar betaald voor dementiepatiënten met zorgniveau 0 gedurende maximaal 42 dagen.
Belangrijk: Aangezien de zorgniveaus zijn gewijzigd naar de vijf zorgniveaus, is het bestaan ​​van zorgniveau 2, 3, 4 of 5 een basisvoorwaarde voor het recht op preventieve zorg.

Interessante artikelen...